Wennen
Voor het eerst naar de peuteropvang: voor het ene kind een groot avontuur, waar hij zonder problemen inspringt, voor het andere kind is het aanvankelijk ‘best wel eng'. Samen met de leidster(s) spreekt de ouder af wat voor wenperiode voor het kind het meest geschikt is. Peuters hebben nog weinig begrip van tijd en hebben (vooral in het begin) geen idee wat het betekent als er gezegd wordt: "ik kom je straks weer halen". Daarom volgen we op Humpie Dumpie een gestructureerde dagindeling. Regelmatig terugkerende elementen (vrij spel, de kring, een activiteit, fruit eten) geven herkenbaarheid en daarmee wordt "straks" verduidelijkt. Een vaste dagindeling geeft de peuter houvast.
De eerste keer komt de ouder samen met het kind en blijft de ouder voor het intakegesprek met de leidster. Tijdens het gesprek wordt het reilen en zeilen op de peuteropvang besproken en eventuele bijzonderheden van het kind doorgenomen. Zo maakt de ouder een deel van de ochtend mee en ervaart de ouder hoe het er aan toegaat op de speelzaal, hoe het programma eruit ziet, wat voor materialen er zijn en hoe er met de kinderen wordt omgegaan en gespeeld.
Het kind blijft in principe meteen de hele ochtend. Na het intakegesprek neemt de ouder, in het bijzijn van de leidster, duidelijk afscheid en zegt dat hij/zij straks weer terugkomt. Zeker in het begin is het fijn samen afscheid te nemen en te zwaaien. Huilen als de ouder weggaat is een gebruikelijke reactie en ook niets om zorgen over te maken, integendeel. Het is niet niks voor een 2-jarige om zijn ouder uit te zwaaien. Het komt ook voor dat peuters de eerste keren probleemloos afscheid nemen en daar pas later moeite mee hebben.
De peuter zal door ervaring leren dat de ouder weer terugkomt en de peuteropvang als een fijne, veilige plek moeten gaan ervaren. De leidster is goed in staat om de peuter te troosten en af te leiden. En ouders mogen altijd even de speelzaal bellen om te horen hoe het gaat. Voor de eerste keren is het belangrijk dat de ouder de peuter zelf weer ophaalt. Dit geeft het kind het vertrouwen dat de ouder weer terugkomt. In de uitzonderingsgevallen dat het niet gaat en de peuter zich erg verdrietig blijft voelen, belt de leidster altijd de betreffende ouder(s) en overlegt. Samen kan dan bekeken worden hoe het wennen aangepakt kan worden.
Bij het brengen, bestaat altijd de mogelijkheid om samen met het kind even iets te doen: een puzzel maken, een boekje lezen, met de Duplo spelen. Op die manier wordt de (dagelijkse) overgang van thuis naar de speelzaal vergemakkelijkt. Vanzelfsprekend is het dan ook mogelijk om een (kort) praatje met de leidster of met andere ouders te maken.